Uit het lab, op de barricade

Hoe verhouden objectieve wetenschap en activisme zich tot elkaar? Wetenschappers die feit en mening met elkaar verbinden en zich mengen in het publieke debat, kunnen soms op flinke tegenwind rekenen. Mag een wetenschapper stelling nemen? Of moet het zelfs?

activist-01.jpg
Tekst: Malou van Hintum, beeld: Vincent van Gurp

Ruim tweeduizend wetenschappers hebben inmiddels de ver­klaring ondertekend van Scientists4Future NL, een coalitie van ‘bezorgde wetenschappers’. De website stelt dat veel wetenschappers hun zorgen over klimaatverandering niet uiten uit angst voor potentiële negatieve gevolgen, zoals persoonlijke aanvallen in de media en het vermeend inboeten aan objectiviteit. ‘Scientists4Future NL is een platform om deze zorgen te bespreken en samen oplossingen te zoeken om toch actief te kunnen zijn,’ aldus de website.

Maar niet iedereen is zo voorzichtig. Zo schrijven Maarten Schrama en Benjamin Sprecher van het Institute of Environmental Sciences in Leiden eind september in Trouw: ‘Gedurende lange tijd konden wetenschappers zich verstoppen achter een neutrale rol: wij leveren de data, geven sugges­ties voor beleid en politici leveren de actie. Deze manier van werken is niet meer houdbaar. Dat komt omdat politieke actie uitblijft’, vinden ze. En bete­kent dat niet dat nu de wetenschappers aan zet zijn?

De wetenschapper, de columnist en de burger

‘Nee’, zegt Patrick Jansen. Hij is UHD Ecologie aan Wageningen University & Research en schrijft wekelijks een column in Trouw. Jansen maakt een scherp onderscheid tussen Patrick de wetenschapper, Patrick de colum­nist en Patrick de burger. Alle drie zullen ze geen dingen roepen die niet met feiten te staven zijn, maar er is wel een verschil. De wetenschapper houdt het bij de kale feiten, de columnist gebruikt feiten om een punt te maken en de burger verbindt feiten met actie. Zo is Jansen in zijn vrije tijd actief voor de actiegroep Mooi Wageningen en voor Mooi Binnenveld, een burgerinitiatief dat 55 hectare grond aankoopt om daar soortenrijke hooi­landen terug te brengen. ‘Mijn activisme is geboren uit frustratie over de teloorgang van de natuur’, zegt hij. ‘Maar het is beslist niet zo dat mijn we­tenschappelijke werk gestuurd wordt door mijn eigen mening. Ik twitter weleens over de insectensterfte die ik als burger waarneem, maar die ik als wetenschapper niet heb onderzocht. Ik wil absoluut niet dat iemand zou denken dat ik, als ik dit ging onderzoeken, naar mijn eigen bewering zou toewerken. Als wetenschapper ben ik roomser dan de paus.’

Mensen bewust maken van mogelijke gevaren

Dick Vethaak, Deltares-onderzoeker en bijzonder hoogleraar Waterkwali­teit en Gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam, doet onderzoek naar de verspreiding van micro- en nanoplastics in ons binnen- en buiten­milieu. Hij werkt samen met organisaties die een stapje verder gaan dan hij wetenschappelijk kan onderbouwen. Vethaak was 3 oktober een van de sprekers op de Plastic Health Summit, een bijeenkomst waarop zowel ver­schillende ngo’s als ZonMw aandacht vroegen voor de gezondheidsgeva­ren van deze plastics. ‘We zaten met twee onderzoekers en vier actievoer­ders op het podium. De onderzoekers pleitten voor meer onderzoek om precies te weten wat er aan de hand is, de anderen wilden de samenleving veranderen.’ Eyecatcher van deze bijeenkomst was een poster van een foetus met plasticdeeltjes op en in het lichaam. ‘Een schokkend beeld, waarvoor geen wetenschappelijke onderbouwing is. Er is nog nooit plastic in bloed gemeten, laat staan in een placenta.’ Toch heeft Vethaak geen problemen met de poster. ‘Zo’n afbeelding kan mensen wakker schudden en bewust maken van mogelijke gevaren. Het verschil tussen activisten en mij is dat ik een onderscheid maak tussen hazards en risks. Een hazard is een gevaar en wil dat echt een risk worden, dan is er een bepaalde bloot­stelling nodig. Alles wat we nu weten over microplastics, gaat over ha­zards. Over risks weten we nog bijna niets.’

Meer betrouwbare informatie nodig

Dat betekent niet dat Vethaak afwachtend aan de zijlijn staat. Wie wat rondsnuffelt op internet, komt zijn naam in allerlei media tegen. ‘Ik ben erg gedreven in wat ik doe, ik wil graag problemen oplossen, maar mijn weten­schappelijke integriteit bewaak ik goed’, zegt hij.

De wetenschap heeft niets te zeggen over politieke vragen

Leo Lucassen

‘Die twee dingen gaan prima samen. Als de WHO stelt dat microplastics in drinkwater geen risico vormen op basis van wat we nu weten, word ik geprikkeld. Want die uit­spraak is gebaseerd op heel weinig en veelal onbetrouwbare data, die bo­vendien weinig relevant zijn voor onze gezondheid. Er zijn veel kleinere plasticdeeltjes in het milieu die ook in ons lichaam terecht kunnen komen. Zeg als WHO dan gewoon: we weten het niet, er is meer betrouwbare informatie nodig om een goede risicoanalyse te kun­nen doen. Daarop wijzen is geen activisme, maar heldere en feite­lijke voorlichting.’

activist-02-01.jpg

Debat op basis van onjuiste aannames

Ook Leo Lucassen, die door linkse en vooral door rechtse groepen vaak van partijdigheid wordt beticht, houdt zich bij de feiten, vindt hij. De directeur Onderzoek van het Internationaal Instituut van So­ciale Geschiedenis en hoogleraar Arbeids- en Migratiegeschiede­nis aan de Universiteit Leiden schrijft regelmatig opiniestukken en is vaste columnist van RTL-Z. Maar je zult niet snel lezen of hij vindt dat Nederland bijvoorbeeld (meer of minder) migranten moet op­nemen. ‘Als ik denk dat het publieke debat wordt gevoerd op grond van onjuiste kennis, aannames of inzichten, of als duidelijk is dat mensen bepaalde mechanismen niet doorzien, bemoei ik me er­mee’, zegt Lucassen. ‘Zo fungeerde George Soros – een vooral door rechtse krachten gehate Amerikaanse miljardair van Hon­gaars-Joodse afkomst – op een bepaald moment als zondebok. Als kenner van antisemitische stereotypen en van de manier waar­op die worden ingezet, heb ik uitgelegd waarom kritiek op hem bin­nen een bredere antisemitische tendens past.’

Mogelijke scenario’s schetsen

Zijn wetenschappelijke reputatie lijdt geenszins onder zijn maat­schappelijke profilering. Zo is Lucassen lid van de KNAW en vroeg de WRR hem een essay over de toekomst van migratie te schrijven. ‘Ik laat zien wat mogelijke opties of scenario’s zijn. Ik zal nooit zeg­gen “dit moet je doen”’, legt hij uit. ‘De wetenschap heeft niets te zeggen over politieke vragen. Als je vindt van wel, zeg je in feite dat wetenschappers betere beslissingen kunnen nemen dan niet-we­tenschappers. Dan begeef je je op een hellend vlak. Maar weten­schappers kunnen wel op basis van hun onderzoek schetsen wat de gevolgen zijn van bepaald beleid, zoals klimaatwetenschappers doen. De alarmklok luiden is iets anders dan beleid voorschrijven.’


    Deelname aan publiek debat

    Historica Suze Zijlstra van Universiteit Leiden heeft samen met een aantal collega’s de site Over de muur: voor historische vernieuwing opgezet. De jonge historici pleiten voor meer aandacht voor actuele maatschappelijke vraagstukken en een actieve deelname van wetenschappers aan het publieke debat. Een van hun speerpunten is wetenschappelijke aandacht voor koloniale geschiedenis. Zijlstra vindt het via klassieke en sociale media onder de aandacht brengen van een nieuw perspectief op onze geschiedenis een vorm van valorisatie die wordt ondergewaardeerd vergele­ken met het schrijven van wetenschappelijke artikelen. Bovendien hekelt ze het gebruik van de term activis­me.

    Waarom zouden wetenschappers die oudere opvattingen verdedigen niet activistisch zijn en wij wel?

    Suze Zijlstra

    ‘Waarom zouden wetenschappers die in de media oudere opvattingen verdedigen niet activistisch zijn en wij wel? Die term wordt gebruikt om afbreuk te doen aan onze wetenschap­pelijke kwaliteit, terwijl activisme en wetenschappe­lijkheid elkaar niet hoeven uit te sluiten. Meelopen in een demonstratie tegen racisme kun je als wetenschapper prima doen als je je door je onderzoek bewust bent van de koloniale erfenis in onze maatschappij.’


      In actie tegen houtcriminelen

      ‘Illegale houtkap waarbij bovendien mensen worden vermoord, is een zwaar misdrijf’, zegt sociaal-geograaf en criminoloog Tim Boekhout van Solinge. ‘Ik snap niet waarom ik een activist word genoemd als ik potentiële slachtoffers van houtcriminelen help om zichzelf en hun bossen beter te bescher­men.’ Hij deed tussen 2009 en 2016 met CoCoon-WOTRO-gelden onderzoek naar geweld­dadige conflicten over ontbos­sing en illegale houtkap. ‘Het was frustrerend om alleen wetenschappelijke artikelen hierover te schrijven, ik wilde bijdragen aan een oplossing. Een arts schrijft toch ook niet alleen maar over ziekten? Die wil zijn patiënten genezen.’

      Dat de Amazone heel groot is en dat de inheemse bewoners niets hebben aan ingewikkelde technologie, was lastig. Dat Brazilië betrouwbare ambtenaren heeft, sterke instituties zoals het OM en een gerespecteerde mensenrechtenorganisatie, hielp enorm. Boekhout van Solinge bedacht een plan dat hij met behulp van crowdfunding onder Utrechtse alumni kon uitvoeren. Hij gaf de lokale bevolking GPS-camera’s die coördinaten kunnen geven en afdrukken, waardoor handhavers hard bewijs hebben om houtcriminelen aan te pakken. De camera’s kunnen ze opladen met powerbanks en zonnecellen. Inmiddels heeft hij de Stichting Forest Forces opgezet om dit werk te financieren.

      Het was frustrerend om alleen wetenschappelijke artikelen te schrijven, ik wilde bijdragen aan een oplossing

      Tim Boekhout van Solinge

      Dat hij – mede dankzij royale media-aandacht – als activist te boek staat, vindt hij diskwalifice­rend. ‘Ik breng wetenschap in de praktijk, net zoals de criminolo­gen bij het NSCR (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving). Mijn denken is bovendien volkomen in lijn met de Sustainable Development Goals. Dus hoezo ben ik dan een activist?’

      Onderzoek 2019_2_onderzoeker als activist-1.jpg