Prof. dr. P.C. (Pieter) Muysken

Prof. dr. P.C. (Pieter) Muysken (1950 - 2021), Taalwetenschap, Universiteit Leiden was internationaal erkend als leider in de creolistiek en de verwante terreinen van tweetaligheid, taalverwerving en sociolinguïstiek.

Muysken, Pieter - 1998.jpg
Prof. dr. P.C. (Pieter) Muysken Taalwetenschap, Universiteit Leiden, Spinozalaureaat 1998 (credits: NWO/Ivar Pel)

Pieter Muysken was hoogleraar Algemene taalwetenschap in het bijzonder de Ibero‑Amerikaanse talen aan de Universiteit Leiden. Prof. dr. P.C. (Pieter) Muysken was een van de productiefste en invloedrijkste Nederlandse taalkundigen van dat moment. Hij werd internationaal erkend als leider in de creolistiek en de verwante terreinen van tweetaligheid, taalverwerving en sociolinguïstiek.

Het kenmerkende en unieke van Muyskens werk is dat hij een brug heeft weten te slaan tussen twee belangrijke onderzoekstradities in de taalkunde: enerzijds het beschrijvende en empirische taaltypologische onderzoek (gericht op feitelijkheden met betrekking tot de bestaande veelvormigheid aan talen) en anderzijds de algemene taalkunde (welke beoogt de universele eigenschappen van natuurlijke taal te verklaren). Muysken dwong in beide werelden respect af. In de zee aan taalvarianten wist hij instinctief die verschijnselen op te sporen die voor de verdere ontwikkeling van de formele taalkunde cruciaal zijn.

Internationale erkenning kreeg hij voor een reeks aan prestaties, zoals zijn taalkundige analyse van het Quechua, dat onder andere leidde tot de ontdekking van het zgn. mirror principle in de formele taaltheorie, voor zijn werk aan het Equadoriaanse Media Lengua, voor zijn taalkundige ontrafeling van het codewisseling mechanisme en voor zijn bijdragen aan de zgn. X‑bar theorie.

Muysken werd erkend als de expert van de Andes-talen. Elk van deze wetenschappelijke bijdragen, ontdekkingen en theoretische doorbraken heeft aantoonbare effecten teweeg gebracht in de moderne taalkunde, zoals in het werk van Baker, Bickerton, Chomsky, Comrie, Lefebvre, Myers‑Scotton en Sankoff. Ook kwantitatief is de wetenschappelijke productiviteit van Muysken indrukwekkend: Hij was de eerste of enige auteur van zes Engelstalige monografieën, (co‑)auteur van een twaalftal boeken (meestal voortkomend uit door hemzelf georganiseerde internationale workshops) en hij heeft meer dan 125 tijdschriftartikelen en hoofdstukken in boeken geschreven. Zijn omvangrijke oeuvre vertoont een gelukkige combinatie van breedte en diepte.

Muyskens nationale en internationale erkenning blijkt uit zijn diverse honoraire benoemingen en eerbewijzen: lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), Prins‑Bernhardfonds Prijs (1985, samen met W. Zonneveld), Prix des Ambassadeurs (1990, samen met J. Treffers‑Daller), gasthoogleraarschappen aan de universiteiten van Salzburg, Massachusetts en Montreal, vele uitnodigingen als spreker of docent (zoals scholar in residence aan Harvard University), redacteur bij Cambridge University Press van het nieuwe wetenschappelijke tijdschrift Bilingualism, Language and Cognition, lid van de editorial board van het belangrijkste tijdschrift op zijn vakgebied (Journal of Pidgin and Creole Languages) en van andere linguïstische tijdschriften en series editor van de Creole Language Library.

Muysken was een inspirerend teamleider onder wiens eminente begeleiding twintig Nederlandse en vier buitenlandse promovendi hun dissertatie voltooiden. Binnenlandse en buitenlandse postdocs maken deel uit van zijn onderzoeksteam, waarvoor hij steeds externe fondsen heeft weten te verwerven. Hij was voorts een inventief organisator van nationale en internationale didactische en wetenschappelijke activiteiten, en daarmee een bindende figuur op zijn vakgebied. Zijn inspirerende karakter kwam mede tot uitdrukking in het feit dat zijn voormalige studenten tot de best opgeleide en productiefste jonge onderzoekers in het vakgebied gingen behoren.