Prof. dr. J.W.M. (Wil) Roebroeks

Archeoloog, Universiteit Leiden, Spinozalaureaat 2007

Roebroeks, Wil - 2007.jpg

Wil Roebroeks (1955) is hoogleraar Archeologie van de Oude Steentijd aan de Universiteit Leiden.

Professor Roebroeks ontving de NWO-Spinozapremie 2007 voor zijn originele observaties over vroege mensachtigen en de ontwikkeling van de menselijke samenleving.

Wil Roebroeks (5 mei 1955, Sint-Geertruid) studeerde in 1979 cum laude af in de sociale en economische geschiedenis aan de Universiteit Nijmegen. Na een kopstudie archeologie in Leiden, promoveerde hij daar in 1989 cum laude op een NWO-onderzoek naar de Oude Steentijd in Nederland. Zijn populair-wetenschappelijke boek Oermensen in Nederland, waarin hij verslag doet van dit onderzoek, won in 1991 de KIJK/Wetenschapsweekprijs. Begin jaren negentig speelde hij een leidende rol in een grote Europese samenwerking over de vroegste bewoning van Europa. In 1994 kreeg hij van NWO een PIONIER-subsidie voor onderzoek naar het leven van de mens in de IJstijd. Twee jaar later werd hij hoogleraar aan de Universiteit Leiden, waar hij van 2000 tot 2005 bovendien wetenschappelijk directeur was van de onderzoeksschool ARCHON. Sinds 2001 is hij lid van de KNAW.

Wil Roebroeks onderzoekt de archeologie van vroege mensachtigen. Vanuit verschillende wetenschapsdisciplines probeert hij vragen naar de oorsprong van de mens en de ontwikkeling van menselijke samenlevingsvormen te beantwoorden. Hij baseert zich daarbij op fysieke overblijfselen, artefacten en sporen van activiteiten. Zijn combinatie van uitgebreid eigen veldwerk en unieke analyses heeft hem een centrale positie binnen de archeologie opgeleverd.

Wil Roebroeks is nationaal en internationaal de meest prominente Nederlandse archeoloog. Hij is een zeer onafhankelijk en onorthodox onderzoeker. Hij trok wereldwijde aandacht met een publicatie in Nature, samen met Robin Dennell van de Universiteit van Sheffield, over de wieg van de mensheid. Volgens de heersende opvatting verspreidden vroege mensachtigen (Homo erectus) zich vanaf ongeveer twee miljoen jaar geleden vanuit Afrika naar Azië. Roebroeks en Dennell toonden aan dat deze hypothese aan revisie toe is: er was veel meer tweerichtingsverkeer tussen beide continenten, en het is zelfs niet uitgesloten dat Homo erectus in Azië ontstaan is, en van daaruit Afrika koloniseerde.

Deze controversiële publicatie is illustratief voor Roebroeks werkwijze. Hij denkt op een originele manier na over de analyse en integratie van bewijsmateriaal van uiteenlopende herkomst. Hij laat zich bij zijn analyses leiden door zijn eigen interpretaties en waarnemingen, en niet door heersende opvattingen. In zijn werkwijze staat een kritische analyse van het bronnenmateriaal steeds centraal.

Roebroeks is een innovatief, origineel archeoloog, die het debat in zijn vakgebied niet schuwt. Zo nam hij eerder omstreden stellingen in over de migraties van mensen in de Oude Steentijd (de periode tot ongeveer tienduizend jaar geleden), over de eerste kolonisatie van Europa, en over het gedrag van Neanderthalers die volgens hem veel intelligenter waren dan vaak wordt aangenomen. Met financiering van NWO onderzocht hij de communicatie en cognitie van Neanderthalers.

Ondanks zijn voorliefde voor wetenschappelijke debatten, is Roebroeks een teamspeler. Hij weet mensen van alle leeftijden en met verschillende achtergronden samen te brengen in onderzoek en gezamenlijke publicaties. Door deze eigenschappen trekt hij als een magneet jong talent aan. De Spinozacommissie hoopt dat Roebroeks met zijn NWO-Spinozapremie niet alleen controversiële ontdekkingen zal doen, maar daarmee ook nieuwe wetenschappelijke talenten zal enthousiasmeren voor zijn vakgebied.