Prof. dr. J. (Hans) Oerlemans

Prof. dr. J. (Hans) Oerlemans, Meteorologie, Universiteit Utrecht en Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek Utrecht (IMAU) wordt gezien als een van dé kenners van klimaat en ijslaagmodellering.

Oerlemans, Hans - 2001.jpg
Prof. dr. J. (Hans) Oerlemans Meteorologie, Universiteit Utrecht en Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek Utrecht (IMAU), Spinozalaureaat 2001 (credits: NWO/Ivar Pel)

Hans Oerlemans (1950) is hoogleraar Meteorologie aan de Faculteit Natuur- en Sterrenkunde van de Universiteit Utrecht.

Hans Oerlemans heeft een oeuvre voorbereid en ontwikkeld op een terrein waar slechts weinigen zich in zoveel detail en zo kwantitatief hebben durven begeven. De voorbereiding begon met zijn studie in de geofysica en meteorologie, met veel nadruk op toegepaste wiskunde en fysische oceanografie, die hij cum laude in 1976 heeft afgesloten aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij is naar het KNMI verhuisd, waar hij gedurende vier jaren het 'ice age problem' heeft bestudeerd, en in 1980 zijn dissertatie, met prof. Schuurmans als promotor, heeft verdedigd, wederom cum laude.

Na veertien jaren is Oerlemans in 1994 gekozen tot lid van de Koninklijke Akademie; dit verbaast niet, want zijn reputatie was inmiddels uitzonderlijk. Hij wordt gezien als één van de echte toppers op het gebied van klimaat en ijslaagmodellering, en ontvangt dan ook met enige regelmaat uitnodigingen om instituten elders te gaan leiden.

Daarna is Hans Oerlemans wederom aan de Universiteit Utrecht verbonden geweest, de laatste tien jaren als hoogleraar Meteorologie. Ook heeft hij in het eerste decennium van deze periode gedurende vier jaren colleges gegeven aan de Universiteit Leuven en enkele jaren onderzoek gedaan aan het Alfred-Wegener Institut für Polarforschung in Bremerhaven.

Een unicum van zijn wetenschappelijke carrière is dat hij vaak als eerste en enige auteur heeft gepubliceerd, en daarbij herhaaldelijk in Nature en Science: vanaf 1975 tot nu heeft Oerlemans een vijftig van zijn artikelen alleen geschreven, oftewel, twee per jaar. Daarnaast heeft hij met Van der Veen met veel succes zijn werk en dat van anderen in een nu standaardtekst beschreven: Ice sheets and climate uit 1984.

Oerlemans' werk heeft zich in deze jaren vooral gericht op ijs en klimaat. Hij heeft de polaire ijslagen gedetailleerd gemodelleerd, en heeft daarbij de relatie tussen klimaat, de dynamiek van deze lagen, en het zeeniveau in de tijd kwantitatief beschreven. Hij heeft fundamentele nieuwe inzichten gerealiseerd op het vlak van de periodiciteit van ijstijden. Hij heeft rekening gehouden met het 'inzakken van de aardkorst', waardoor hij nieuwe ideeën heeft kunnen ontwikkelen over de groei van ijskappen, ideeën die hij met experimentele gegevens heeft kunnen toetsen. Dit heeft hij kunnen doen door nauwkeurige massa- en energiebalansen op te stellen van ijs, water en damp rond de ijslagen. Ten tweede heeft hij een theorie over de dynamiek van gletsjers ontwikkeld en vrijwel alle ter wereld bestaande gletsjers theoretisch onder één noemer gebracht. Hij heeft daarmee de zeespiegelstijging vergaand kunnen verklaren.

Hans Oerlemans heeft met dit alles laten zien dat de polaire ijslagen belangrijke buffers zijn van klimaatstabiliteit en klimaatverandering. Daarbij zijn beschrijving en modellering niet genoeg, en hij heeft dan ook intensief en effectief gewerkt aan het tot stand komen van de internationale onderzoeksconsortia die metingen verrichten aan en in de ijslagen rond de Noordpool en op Antarctica. Dit betekent echt veldwerk, onder avontuurlijke omstandigheden met jongere onderzoekers.

Hij zoekt de grote uitdaging, namelijk, om uiteindelijk, op basis van theoretische en empirische inzichten, de beste klimaatsimulaties ter wereld te realiseren.