Prof. dr. G.A. (George) Sawatzky

Prof. dr. G.A. (George) Sawatzky,Vastestoffysica, Rijksuniversiteit Groningen is een onderzoeker van internatio­naal er­kende topkwali­teit, op een groot aantal onderzoekterreinen binnen de vastestoffysica.

Sawatzky, George - 1996.jpg
Prof. dr. G.A. (George) Sawatzky, Vastestoffysica, Rijksuniversiteit Groningen, Spinozalaureaat 1996 (credits: NWO/Ivar Pel)

George Sawatzky (1942) is hoogleraar in de vastestoffysica aan de Rijksuniver­siteit Groningen en wetenschappelijk directeur van de er­kende onderzoek­school Materials Science Centre (MSC).

Sawatzky is een onderzoeker van internatio­naal er­kende topkwali­teit, die een groot aantal onderzoekterreinen binnen de vastestoffysica grondig heeft geëxploreerd.

Een centraal thema in zijn werk is de in­vloed van elek­tron-elektroncorrelaties op de fysi­sche eigenschappen van vaste stof­fen. In publicaties over fotoelek­tron- en Au­ger-spectra wees hij op het quasi-atomaire karak­ter van sommi­ge elektro­nen­toestanden in over­gangsmetalen en werd het bestaan van ge­bon­den twee-gatentoestanden zo­wel experimenteel als theo­retisch vast­gesteld. Een overtuigende verkla­ring vond hij voor het isolerende karak­ter van nik­keloxide, waarbij hij te­vens wees op de invloed van de hybri­disa­tie van de metaal d-elektronen met de ligandba­nen. Deze publicaties brachten een fundamente­le verande­ring teweeg in de theo­rie van de elektronen-structuur van ver­bindingen van overgangsmetalen en waren van buitenge­woon grote invloed op latere ontwikkelingen in dit vakgebied. Het prak­tisch belang van deze beschou­wingen bleek na de ontdek­king van de hoge-temperatuur-su­pergelei­ders. De bij­zon­dere eigenschappen van deze materi­alen zijn name­lijk een direct gevolg van de elek­tron-elektroncorrelatie.

Sawatzky en medewerkers toon­den met fotoe­lek­tron- en röntgen-absorptie-spec­tro­scopie aan dat de elektrische ge­lei­ding plaats­vindt door gaten in de zuur­stof­band. In in­ternationa­le dis­cus­sies over de elek­tronenstructuur van hoge-tem­pe­ra­tuur superge­lei­ders speelt Sawatzky een vooraanstaande rol. Ook op andere gebieden heeft zijn werk grote invloed gehad. Een voorbeeld is de toe­passing van synchrotronstraling om het circulair di­chroïsme te bepa­len van verbin­dingen van overgangsmetalen. Met deze me­thode is het voor het eerst mo­gelijk het magnetisme van zeer dunne lagen op atomaire schaal te bepa­len. Van recentere datum is het fullerenenon­derzoek; ver­ge­lijking van optische en foto-elek­trische metingen toonde aan dat ook in deze Bucky-balls de elektronencorrelatie een sleutelrol speelt.

Sawatzkys werk is van uitzon­der­lijke hoog niveau. Hij schreef ruim 250 artikelen in inter­na­tio­nale toptijdschriften. Ook de impact van de publicaties van zijn on­derzoekgroep is bijzon­der hoog. Sawatzky is een veel gevraagd spreker op interna­ti­onale congressen, lid van de Ko­nink­lijke Nederlandse Akade­mie van We­ten­schap­pen, editor van het Journal of Phy­sics and Chemistry of Solids en heeft visiting pro­fessorships be­kleed in Osaka en Parijs. In Nederland heeft hij grote invloed gehad op het beleid van het ma­teri­aal­on­der­zoek. Als stimulerend en innoverend onder­zoe­ker heeft Sawatzky een sterke aan­trek­kings­kracht op jonge onder­zoe­kers uit binnen- en bui­tenland. Onder zijn leiding promoveerden meer dan 25 on­derzoekers. In zijn onderzoek­groep zijn zo'n 15 bui­tenlandse post­docs werkzaam geweest. De bezoeken van vooraanstaande bui­tenlandse on­derzoekers leidden tot vele gezamenlijke publicaties.

Sawatzky zal het hoge niveau van zijn on­der­zoek nog jaren kunnen voort­zet­ten. Toekomstplannen betreffen onderzoek naar 'orbital wa­ves' met X-ray Raman-spectro­scopie, de studie van niet-lineaire opti­sche eigen­schappen van sterk gecorreleerde systemen en de eigenschappen van 'quasi particle states' in hoge-temperatuur super-ge­lei­dende materi­alen. De Spinozapremie stelt de groep in staat om meer risi­codragend on­derzoek te entameren met mogelijk zeer grote spin-off. De onderzoek­school profi­teert hiervan door onder meer meer aandacht voor multi­disci­pli­nariteit.