Nationale conferentie 2017

Op dinsdag 4 april 2017 organiseerde NWO een nationale werkconferentie in De Rode Hoed (Amsterdam). Onderwerp van gesprek: de hoge aanvraagdruk en de NWO-beoordelingsprocedures. Hoe kan het beter? Met ruim 130 deelnemers wisselde NWO daarover van gedachten.

  • Sprekers

    • prof. dr. Frits Vaandrager
    • prof. dr. Klaas Landsman
    • prof. dr. Rianne Letschert
    • prof. dr. Marileen Dogterom
    • prof. dr. Marten Scheffer
  • Plenaire discussie: Is er nog genoeg ruimte voor de Isaac Newtons?

    Een terugkerende kritiek is dat steeds meer middelen naar een steeds kleinere groep gaan. Is er inderdaad sprake van een zogenaamd 'Dagobert Duck-effect'? Tijdens de plenaire discussie reageerden deelnemers op de standpunten van de sprekers Klaas Landsman, Rianne Letschert en Marileen Dogterom.

    Volgens De Volkskrant zou er een groep 'veelverdieners' zijn die het grootste deel van het beschikbare onderzoeksgeld binnenhaalt. Zoveel beter kunnen die topwetenschappers toch nooit zijn?

    Een ander punt van kritiek is dat het huidige financieringssysteem te 'risicomijdend' zou zijn door steeds weer geld te geven aan bewezen talenten. Dit riep o.a. in De Volkskrant de vraag op of er nog wel genoeg ruimte is voor de Isaac Newtons? Moeten we terug naar meer kleinere beurzen zodat de middelen breder verdeeld kunnen worden? Aan de andere kant  is het juist belangrijk dat bewezen kwaliteit nieuw geld en nieuw talent blijft aantrekken. Dit om grote onderzoeksgroepen te kunnen vormen die internationaal kunnen concurreren met de toenemende competitie. Immers: alleen grote groepen met veel middelen kunnen nog internationaal gezien nog het verschil maken!

    Opzet discussie

    De discussie bestond uit drie delen. Voorafgaand aan elke discussie-onderdeel hield een spreker plenair een kort pleidooi om zijn of haar standpunt toe te lichten. Vervolgens konden de deelnemers reageren op een stelling door letterlijk een positie in te nemen in de zaal op een schaal van 'helemaal eens' tot 'helemaal oneens'.

    Sprekers

    Stellingen

    Prof. dr. Klaas Landsman

    > “Succes is niet een kwestie van één grote stap, maar van heel veel kleine stapjes. Je moet niet denken: ik wil vijftig winkels neerzetten. Je moet eerst die ene winkel goed doen. Je moet die ene bh goed kunnen maken.” (Marlies Dekkers)

    > Vraag: What are the five most important problems in computer science?

    Antwoord: I don’t like this ‘top ten business’. It’s the bottom ten that I like. You’ve got to go for the little things, the stones that make up the wall. (...) Science is a tremendous collaboration of people from all over the world adding little bricks to a massive wall. The individual bricks are what make it work, and not the milestones. Next question? (Donald Knuth)

    > “Support of basic research in the universities and research institutes must leave the internal control of policy, personnel, and the method and scope of the research to the institutions themselves. This is of the utmost importance.” (Vannevar Bush, ‘Science: The Endless Frontier’, 1945)

    - - -

    Prof. dr. mr. Rianne Letschert

    Subsidieverstrekkers moeten zich meer inrichten op team science dan op persoonsverheerlijking van individuen.

    Beurzen moeten flexibel zijn qua bedrag, zodat ze beter aansluiten bij de diverse wetenschappelijke disciplines.

    Universiteiten moeten zich nadrukkelijker profileren op enkele gebieden van de wetenschap en meer samenwerken in plaats van dezelfde expertise te ontwikkelen op meerdere plaatsen in Nederland.

    Niet grote, piramidevormige groepen met veel middelen, maar nieuwe talenten met creatieve ideeën maken internationaal het verschil voor de toekomst.

    - - -

    Prof. dr. Marileen Dogterom

    Overweeg een “subsidie plafond” in te stellen voor individuele onderzoekers. Zo creëer je ruimte voor jonge talenten en stimuleer je dat meerdere kleinere groepen samen (kunnen) werken aan grote vragen. Zie ook discussie in VS (Sciencemag).

  • Workshop 1: Hoe kunnen we de aanvraagdruk verminderen?

    In de afgelopen jaren is de aanvraagdruk toegenomen: er worden meer aanvragen ingediend, terwijl het aantal honoreringen door NWO is afgenomen. Daarom staat in de eerste workshop de vraag centraal: Hoe kan de aanvraagdruk verminderd worden?

    Plenaire inleiding door prof. dr. F.W. (Frits) Vaandrager

    In totaal zijn vijf opdrachten geformuleerd waar 10 à 15 werkgroepen aan de slag mee gaan (dus: 2 à 3 werkgroepen per opdracht). De opdrachten zijn:

    Opdracht 1: Rol onderzoeksinstellingen in selectie van aanvragers

    De huidige NWO-procedures vragen veel tijd van onderzoekers om voorstellen te formuleren, om ze te beoordelen en te prioriteren. De lage honoreringspercentages roepen de vraag op of de kansen op succes opwegen tegen de hoeveelheid tijd die onderzoekers nu investeren.

    Onderzoeksinstellingen kennen de eigen wetenschappers als geen ander. Kunnen de universiteiten/instituten een rol spelen in de selectie van aanvragers aan hun instelling? Hoe kunnen ze dit organiseren, wat zijn hiervan de voor- en nadelen en hoe kunnen ze eventueel ondervangen worden?

    Specifieke aandachtspunten:

    • Tenure track: sommige onderzoeksinstellingen verplichten tenure trackers om een VI-aanvraag in te dienen. Is het afschaffen van deze verplichting een optie?
    • Impact van de VI-toekenningen op het personeelsbeleid van onderzoeksinstellingen. Een VI-beurs kan doorslaggevend zijn voor een vaste aanstelling aan de universiteit. Hoe kunnen het NWO-en universiteitsbeleid op dit punt beter op elkaar afgestemd worden zonder dat het ene beleid bepalend is voor het andere?

    Opdracht 2: Maatregelen NWO

    De huidige NWO-procedures vragen veel tijd van onderzoekers om voorstellen te formuleren, om ze te beoordelen en te prioriteren. De lage honoreringspercentages roepen de vraag op of de kansen op succes opwegen tegen de hoeveelheid tijd die onderzoekers nu investeren.

    Welke maatregelen kan NWO nemen om de aanvraagdruk te verminderen? Wat zijn de voor- en nadelen van deze maatregelen? Hoe kan NWO hier het beste mee experimenteren?

    Voorbeelden vaan maatregelen door NWO:

    • NWO gaat vaker met vooraanmeldingen werken, op basis waarvan een selectie wordt gemaakt van voorstellen die uitgewerkt mogen worden.
    • NWO gaat minder financieringsinstrumenten hanteren en/of kent minder grote beurzen toe (meer toekenningen per instrument mogelijk).
    • Indien een voorstel in een jaar onder een nog vast te stellen drempel scoort dan mag de indiener een jaar daarna geen voorstel indienen (ERC-model)
    • Aanscherpen van de criteria voor indienen
    • Voorstel Vaandrager: iedere universiteit mag jaarlijks evenveel voorstellen indienen als het totaal aan voorstellen dat de voorafgaande vier jaren bij deze universiteit is toegekend.

    Opdracht 3: Carrière promovendi

    Hoewel de meerderheid van promovendi aan de slag wil met een carrière in het wetenschappelijk onderzoek, volgt uiteindelijk twee derde van de promovendi een ander carrièrepad, bij de overheid of het bedrijfsleven. Hoe kunnen onderzoekers door hun onderzoeksinstelling en NWO beter geëquipeerd worden (denk aan voorlichting enz.) om eerder en beter een keuze te maken over hun carrière binnen/buiten de wetenschap?

    Opdracht 4: Prikkels in wetenschappelijke loopbaan

    Welke prikkels in de loopbaan van wetenschappers kunnen een positieve dan wel een negatieve invloed hebben op de aanvraagdruk? Wat zijn mogelijke maatregelen die de universiteiten en/of NWO kunnen nemen om deze prikkels weg te halen c.q. te versterken?

    Opdracht 5: Criteria voor succesvol experiment met betrekking tot reduceren aanvraagdruk

    OCW heeft NWO opdracht gegeven om te experimenteren met maatregelen om de aanvraagdruk te verminderen. Aan welke criteria moet een experiment met nieuwe maatregelen voldoen? Wat bepaalt uiteindelijk of het experiment succesvol is?

  • Workshop 2: Efficiency van de NWO-procedures

    Tijdens de tweede workshop gingen de deelnemers in werkgroepjes aan de slag met de vraag hoe het beoordelingssysteem efficiënter ingericht kan worden? Wat zijn de voor- en nadelen van de voorgestelde maatregelen en welke type maatregel past bij welk type programma?

    Een aantal enquêtes laat zien dat wetenschappers ongeveer eenderde van hun tijd besteden aan het indienen van aanvragen. Hoewel het om opiniërende enquêtes gaat, worden de NWO-procedures als tijdrovend gepercipieerd door een aantal onderzoekers. Uit het onderzoek Drijfveren van Onderzoekers van het Rathenau Instituut (2014) bleek dat slechts 32% van de onderzoekers meer dan 5% van hun tijd aan acquisitie besteden. Ook het beoordelen van onderzoeksvoorstellen betekent een zekere tijdsbelasting voor wetenschappers. Dit zou ten koste gaan van de tijd die ze aan onderzoek kunnen besteden.

    Plenaire inleiding door prof. dr. M. Maarten Scheffer

    In totaal zijn vijf opdrachten geformuleerd waar 10 à 15 werkgroepen aan de slag mee gaan (dus: 2 à 3 werkgroepen per opdracht). De opdrachten zijn:

    Opdracht 1: Maatregelen bij het indienen van aanvragen

    Wat zijn concrete maatregelen en ideeën, binnen de huidige NWO-beoordelingsprocedures, om het indienen van aanvragen minder tijdrovend te maken?

    Opdracht 2: Maatregelen bij de beoordeling van aanvragen

    Wat zijn mogelijke maatregelen, binnen de huidige NWO-beoordelingsprocedures, om het beoordelen van aanvragen minder tijdrovend te maken?

    Opdracht 3: Maatregelen met betrekking tot doorlooptijd

    Wat zijn concrete maatregelen en ideeën om de doorlooptijd van de beoordelingsprocedure in te korten?

    Opdracht 4: Loting

    In de politiek en in de wetenschap is loting vaker genoemd als mogelijkheid om de beoordelingsprocedures te verkorten. Wat zijn hiervan de voor- en nadelen? Op welke manier, en in welke fase, kan loting het beste ingevoerd worden? Moeten weegfactoren (zoals plaats in ranking) daarin een rol spelen, en zo ja hoe?

    Opdracht 5: SOFA- experiment

    Hoe zou NWO kunnen experimenteren met het SOFA (Self Organized Fund Allocation)-model van Martin Scheffer? Wat zijn mogelijke bijeffecten (zowel positief als negatief) van dit model? Welke checks and balances zou NWO moeten invoeren om de negatieve bijeffecten te ondervangen? Voor welk (soort) financieringsinstrument zou dit model het meest geschikt zijn?

  • Verslag

    De werkconferentie was opgebouwd uit twee workshops en een plenaire discussie. De eerste workshop over het verminderen van de aanvraagdruk werd ingeleid door prof. dr. Frits Vaandrager. Tijdens de plenaire discussie 'Walk your talk' namen achtereenvolgens prof. dr. N.P. Klaas Landsman, prof. dr. mr. Rianne Letschert en prof. dr. Marileen Dogterom het woord. Prof. dr. Marten Scheffer gaf een inleiding voorafgaand aan de tweede workshop over de efficiency van de NWO-procedures.

  • Opvolging