Maakindustrie terug in de stad: efficiënt en duurzaam

Grote hallen die zwarte rook uitspuwen? Nee, maakindustrie in de stad betekent tegenwoordig werkgelegenheid, recycling en cohesie in je eigen buurt. Negen onderzoekers laten het zien in hun boek Foundries of the Future: A Guide For 21st Century Cities of Making.

Het onderzoek is gericht op Londen, Brussel en Rotterdam, maar stedenbouwkundige/architect Birgit Hausleitner van de TU Delft kent een prachtig best practice-voorbeeld uit haar geboorteland Oostenrijk. 'In hartje Wenen zit een fabriek van wafels en zoetwaren. Er is weinig ruimte, dus is het een verticaal gebouw van zes verdiepingen. De locatie in dichtbevolkt gebied betekent dat de vierhonderd werknemers niet buiten de stad hoeven te reizen: comfortabel en duurzaam. Ook is er weinig transport nodig om de wafels naar de vele winkeltjes in de stad te brengen. Bovendien levert de fabriek warmte aan zeshonderd Weense huishoudens: dat past helemaal in de huidige energietransitie.'

Portretfoto lachende Birgit Hausleitner
Birgit Hausleitner

Circulaire economie en economische veerkracht

In het project Cities of Making draait het erom hoe je de maakindustrie kunt terugbrengen in de stad en welke voordelen dit oplevert voor de werkgelegenheid, circulaire economie en economische veerkracht. De onderzoekers uit Engeland, België en Nederland richten zich op kennisontwikkeling rond nieuwe slimme technologie, fysieke omgevingen voor de maakindustrie en wat de overheid kan doen om ‘re-industrialisatie’ van steden te realiseren.

Lokale politici zijn niet altijd overtuigd. Jammer, want waar kennis uit de stad en productiecapaciteit bij elkaar komen, krijg je innovatie

Birgit Hausleitner

Die re-industrialisatie staat slechts aan het begin, maar als het aan de onderzoekers én aan de EU ligt, neemt het een grote vlucht. 'Lokale politici zijn niet altijd overtuigd. Jammer, want waar kennis uit de stad en productiecapaciteit bij elkaar komen, krijg je innovatie. Kijk bijvoorbeeld naar de studenten van de TU Delft die in een week tijd een levensreddend beademingsapparaat wisten te ontwerpen dat helemaal uit Nederlandse onderdelen gemaakt kan worden. Een fantastische oplossing in coronatijd. Een ander goed voorbeeld van innovatieve omgevingen is de RDM-werf in Rotterdam.'

3D-printer in een woongebied

Barrières zijn er ook. Hausleitner illustreert dit aan de hand van een 3D-printbedrijf, een van de vele prille (en soms vertrouwelijke) initiatieven. 'The New Raw gebruikt een specifiek soort plastic afval als grondstof voor de printer. Uiteindelijk vond het bedrijf in Rotterdam een plek in de collectieve werkplaats DE KROON'. Hausleitner: 'Je hebt in Nederland te maken met strikte zonering. Iets fabriceren mag niet zomaar in een gemengd gebruikt of kantorengebied. Maar dit bedrijf is zo schoon, dat het prima zou kunnen. Het kan zelfs in een woongebied. Al moet je dan wel rekening houden met logistiek: je wilt geen af- en aanrijdende vrachtwagens in een woonwijk.'

Maak ook gebruik van plekken waar grondstoffen gewoon vanzelf aanwezig zijn, benadrukt Hausleitner. 'In de Amsterdamse haven bijvoorbeeld, waar drie afvalverwerkingsinstallaties direct te recyclen materiaal zo naar een maakbedrijf kunnen doorspelen. Ideaal om dat bedrijf ernaast te plaatsen. Zo kun je slimme combinaties maken.'

Flyer van Foundries of the future

Ook met geluidsoverlast moet je rekening houden. 'Vestig bedrijven met veel geluid bijvoorbeeld langs het spoor, waar toch al lawaai is. Wij lanceren in het boek een verdeling van de stad in zones die Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving Daan Zandbelt mooi omschrijft als reuring, rust en ruis, om bedrijven op geschikte plekken te vestigen.'

Teruggeven aan de buurt

Volgens de auteurs doen overheden er goed aan om adviseurs aan te stellen die als ‘curatoren’ de maakindustrie op een slimme manier naar de stad brengen. Hausleitner: 'Tot op straatniveau kunnen zij kijken wat er mogelijk en wenselijk is. Niet met elke vierkante meter hoeft geld verdiend te worden. Zo is op de Keileweg in Rotterdam een stuk van de straat aan de buurt 'teruggegeven' door er niet het zoveelste fastfood restaurant, maar de werkplaats Buurman te vestigen. Mensen zonder werk krijgen er een opleiding en iedereen die dat wil leert iets te maken van oud materiaal.'

Nu wordt de wijk met de Keileweg helemaal heringericht en verandert alles weer. Hausleitner: 'Een maakbedrijf heeft wel zekerheid nodig. Als het opeens weer moet verhuizen, is dat een ramp. Een textielbedrijf in Londen vertelde ons dat hun verhuizing twee maanden kostte, waardoor ze twee maanden inkomen misten, maar wel alle leningen moesten doorbetalen. Ook kunnen zulke bedrijven hun lokale netwerk deels kwijtraken, bijvoorbeeld specifiek opgeleide medewerkers of bedrijven waarmee ze samenwerkten.'

Tekst: Rianne Lindhout

Meer informatie

NWO neemt deel aan het Joint Programming Initiative Urban Europe om internationale onderzoekssamenwerking op het gebied van de verduurzaming  van dichtbevolkte stedelijke gebieden te stimuleren. De Nederlandse onderdelen van de gehonoreerde projecten binnen dit samenwerkingsverband maken deel uit van Kennisinitiatief VerDuS (Verbinden van Duurzame Steden, waarin NWO participeert). Een van die projecten is Cities of Making | De maakindustrie terug in de stad, met Belgische, Engelse en Nederlandse wetenschappers. In Nederland is de TU Delft betrokken, onder meer stedenbouwkundige/architect Birgit Hausleitner, een van de auteurs van het boek Foundries of the Future: A Guide For 21st Century Cities of Making.